Uno

Uno

- Objectief: Het doel van Uno is om de eerste speler te zijn die 500 punten scoort door kaarten te spelen en de eerste speler te zijn die geen kaarten in zijn hand heeft.

- Opzet: Uno wordt gespeeld met een kaartspel van 108 kaarten, bestaande uit vier kleuren (rood, groen, blauw, geel) die elk genummerde kaarten van 0-9 bevatten, evenals speciale actiekaarten; achteruit, sla over en teken er twee. Aan het begin van een spel krijgt elke speler 7 willekeurige gesloten kaarten gedeeld. Het resterende kaartspel wordt in het midden van alle spelers geplaatst - dit wordt de trekstapel of trekstapel genoemd. Bovendien wordt één kaart op een aparte aflegstapel getrokken die tijdens het spel zal worden gebruikt.

- Als je aan de beurt bent, moet je het nummer of de kleur matchen met de bovenste aflegkaart op tafel. Als je geen match kunt maken, moet je een kaart van de stapel trekken en indien mogelijk spelen, of anders je beurt doorgeven - oppakken kan echter maar één keer per ronde!

- Na het maken van een eerste match, bestaan de volgende beurten uit het matchen van kleur of nummer volgens wat eerder werd gespeeld voordat een nieuwe kaart werd neergelegd - houd er ook rekening mee dat actiekaarten alleen kunnen worden gespeeld als er een overeenkomende kleur of nummer is.

- Als je nog maar één kaart in je hand hebt, moet je "Uno" roepen, anders moet je twee kaarten van de stapel trekken.

- Zodra een speler geen kaarten meer in zijn hand heeft, eindigt de ronde en worden de punten opgeteld. De winnaar van de ronde is degene met de laagste totaalscore, die wordt bepaald door de waarde van alle kaarten die de andere speler nog in handen heeft - sommige speciale actiekaarten met een hogere strafwaarde zijn meer punten waard.

- Het spel gaat door totdat een speler 500 punten heeft behaald, waarna hij wint!